Na de omschrijving van een aantal in het samenwerkingsakkoord gebruikte begrippen (artikel 3) en de afbakening van het toepassingsgebied ervan (artikel 4), voorziet het samenwerkingsakkoord in samenwerking tussen de partijen erbij met het oog op het bepalen van de referentieversie van verzamelingen ruimtelijke gegevens en van ruimtelijke referentiegegevens zelf (artikel 5), en in de vaststelling van de geografische positie en de niet-geografische kenmerken van zowel extern als intern grensoverschrijdende ruimtelijke objecten en van gemeenschappelijke ruimtelijke objecten (artikel 6).
Après avoir défini un certain nombre de notions utilisées dans l'accord de coopération (article 3) et délimité son champ d'application (article 4), l'accord de coopération prévoit une coopération entre les parties à l'accord en vue de déterminer la version de référence de séries de données géographiques et de données géographiques de référence mêmes (article 5) et la fixation de la position géographique et des caractéristiques non géographiques d'objets géographiques transfrontaliers tant externes qu'internes ainsi que d'objets géographiques communs (article 6).