7. geeft in dit verband uiting aan zijn verontrusting over het thans bij de Doema in behandeling zijnde wetsvoorstel dat het Russische rechtbanken mogelijk zou maken om op bepaalde gebieden de uitspraken van het Europees Hof voor de rechten van de mens te negeren, hetgeen in strijd is met de grondbeginselen van het Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens; verwelkomt de recente beslissing van de Russische Doema om dit wetsontwerp voorlopig niet in overweging te nemen en hoopt dat de Doema uiteindelijk zal afzien van dit initiatief.
7. se déclare préoccupé par la proposition de projet de loi, devant être examiné par la Douma, qui permettrait aux tribunaux russes de ne pas tenir compte des décisions de la Cour européenne des droits de l'homme dans certains domaines, cette initiative étant contraire aux principes fondamentaux de la convention européenne des droits de l'homme; salue la récente décision de la Douma de ne pas considérer ce projet de loi pour le moment et espère qu'elle renoncera finalement à cette initiative;