Vermeld, voor zover mogelijk, de kwaliteit van de gegevens als volgt: G = „goed” (bv. gebaseerd op inventarisaties); M = „matig” (bv. gebaseerd op onvolledige gegevens en extrapolaties); P = „gering” (bv. ruwe schattingen).
Indiquer, dans la mesure du possible, la qualité des données: G= «Bonne» (données reposant sur des enquêtes, par exemple); M = «Moyenne» (données partielles + extrapolations, par exemple); P = «Médiocre» (estimation approximative, par exemple.)