13. merkt bezorgd op dat de wil van de politieke autoriteiten om daadwerkelijk met het maatschappelijk middenveld samen te werken nog steeds zeer gering is; verzoekt de autoriteiten het juridische kader voor samenwerking met het maatschappelijk middenveld te goeder trouw ten uitvoer te leggen, in het bijzonder door de gezamenlijke adviesraad van alle nodige middelen te voorzien; verzoekt het EU-kantoor dergelijke raadplegingen aan te moedigen en indien nodig te vergemakkelijken;
13. constate avec inquiétude que la volonté politique des autorités de nouer un véritable dialogue avec la société civile reste très faible; invite les autorités à mettre en œuvre de bonne foi le cadre juridique de coopération avec la société civile, en dotant notamment le conseil consultatif paritaire de tous les moyens nécessaires; invite le bureau de l'Union européenne à encourager et, le cas échéant, à faciliter la consultation de ce conseil;