19.4. Indien functionarissen van een lidstaat schade aanrichten terwijl zij zich op het grondgebied van een andere lidstaat bevinden, vergoedt laatstgenoemde lidstaat de schade.
19.4. Lorsque les agents d'un État membre causent des dommages lors de leur présence sur le territoire d'un autre État membre, ce dernier en assume la réparation.