Aangezien de niet-opneming van deze stoffen niet is gebaseerd op de aanwezigheid van duidelijke aanwijzingen van schadelijke uitwerkingen, als vastgesteld in bijlage VI bij Verordening (EG) nr. 1490/2002, moeten de lidstaten de mogelijkheid hebben om overeenkomstig artikel 12, lid 3, van Verordening (EG) nr. 1490/2002 de toelatingen te handhaven tot en met 31 december 2010.
La non-inscription de ces substances n’étant pas due au fait qu’elles entraînent des effets nocifs, tels qu’établis à l’annexe VI du règlement (CE) no 1490/2002, les États membres devraient avoir la possibilité de maintenir les autorisations jusqu’au 31 décembre 2010, conformément à l’article 12, paragraphe 3, dudit règlement.