Uit de voormelde parlementaire voorbereiding blijkt dat de wetgever een te grote toevloed van vorderingen tot schadevergoeding met betrekking tot kleinere waardeverminderingen heeft willen voorkomen en dat hij, geïnspireerd door de rechtspraak, het karakter van « bouwgrond » in grote mate afhankelijk heeft willen stellen van de inherente bouw- en omgevingskwaliteiten van de betrokken grond zelf.
Il ressort des travaux préparatoires précités que le législateur a voulu éviter un afflux trop important de demandes d'indemnisation relatives à des moins-values de moindre importance et que, s'inspirant de la jurisprudence, il a voulu faire dépendre la qualité de « terrain à bâtir » des caractéristiques intrinsèques du terrain en cause en matière de construction et d'environnement.