In een tweede onderdeel klagen de verzoekende partijen in ondergeschikte orde aan dat de bevoegdheidsoverdrachten die zijn vastgelegd bij artikel 12sexies, § 1, tweede lid, en § 3, van de wet van 27 maart 1995 en bij artikel 14, § 1, tweede lid, en § 2, van de wet van 22 maart 2006, zoals zij uit de bestreden bepalingen voortvloeien, de Koning in staat stellen om wezenlijke
bestanddelen van de ingevoerde regelgeving te regelen en de verzekeringstussenpersonen en de tussenpersonen in bank- en beleggingsdiensten de waarborg ontnemen die wordt geboden door
het beginsel van de scheiding ...[+++] der machten en van het onderzoek van eender welke wetsbepaling door een democratisch verkozen beraadslagende vergadering.Dans une deuxième branche, à titre subsidiaire, les parties requérantes dénoncent le fait que les délégations de compétence consacrées par l'article 12sexies, § 1 , alinéa 2, et § 3, de la loi du 27 mars 1995 et par l'article 14, § 1 , alinéa 2, et § 2, de la loi du 22 mars 2006 telles qu'elles ressortent des dispositions attaquées, permettent au Roi de régler des éléments essentiels de la réglementation mise en place et privent les intermédiaires d'assurances et les intermédiaires en services bancaires ou en services d'investissement de la garantie off
erte par le principe de la séparation des pouvoirs et de l'examen de toute disposition
...[+++] législative par une assemblée délibérante démocratiquement élue.