Artikel 21, § 2, van de wet van 20 september 1948 houdende organisatie van het bedrijfsleven en de artikelen 1 en 2 van de wet van 19 maart 1991 houdende bijzondere ontslagregeling voor de personeelsafgevaardigden in de ondernemingsraden en in de comités voor veiligheid, gezondheid en verfraaiing van de werkplaatsen alsmede voor de kandidaat-perso
neelsafgevaardigden schenden de artikelen 10 en 11 v
an de Grondwet niet doordat het feit niet langer lid te zijn van de organisatie die de kandidatuur heeft voorgedragen niet de bijzondere on
...[+++]tslagbescherming opheft die de wet garandeert aan diegenen die in de wet « kandidaten » worden genoemd ook al zijn ze verkozen, terwijl dezelfde omstandigheid voor de afgevaardigde tot gevolg heeft dat hij niet die ontslagbescherming, maar de bescherming die verbonden is met het mandaat waaraan zij een einde maakt, verliest.L'article 21, § 2, de la loi du 20 septembre 1948 portant organisation de l'économie et les articles 1 et 2 de la loi du 19 mars 1991 portant un régime de licenciement particulier pour les délégués du personnel aux conseils d'entreprise et aux comités de sécurité, d'hygiène et d'embellissement des lieux de travail,
ainsi que pour les candidats délégués du personnel, ne violent pas les articles 10 et 11 de la Constitution en ce que le fait de cesser d'appartenir à l'organisation qui a présenté la candidature ne fait pas perdre la protection spéciale contre le licenciement que la loi garantit, même s'ils sont élus, à ceux qu'elle appelle «
...[+++] candidats », alors que la même circonstance fait perdre au délégué, non cette protection, mais la protection contre le licenciement attachée au mandat auquel elle met fin.