4. is van oordeel dat niets in de ontwerpgrondwet de lidstaten mag verbieden verdere maatregelen te treffen om de visbestanden in stand te houden, op voorwaarde dat deze maatregelen enkel gelden voor schepen die onder hun vlag varen en dat deze verenigbaar zijn met en niet minder streng dan de bepalingen van het gemeenschappelijk visserijbeleid;
4. considère que rien, dans le projet de constitution, ne devrait empêcher les États membres de prendre d'autres mesures pour conserver les stocks de poisson, dès lors qu'elles ne s'appliquent qu'aux vaisseaux battant leur pavillon, qu'elles ne sont pas moins strictes que les dispositions de la politique commune de la pêche et qu'elles sont compatibles avec celles-ci;