"Met behoud van de toepassing van het derde lid kan het Vlaamse Gewest of de gemeente, respectievelijk vertegenwoordigd door de Vlaamse Regering of het college van burgemeester en schepenen, op gemotiveerd verzoek tijdelijk of definitief afzien van verdere inning van een opeisbaar geworden dwangsomschuld.
Sans préjudice de l'application du troisième alinéa, la Région flamande ou la commune, représentée respectivement par le Gouvernement flamand ou le collège des bourgmestre et échevins, peut, sur demande motivée, renoncer temporairement ou définitivement à la perception ultérieure d'une astreinte devenue exigible.