De wetgever vermocht immers, zonder afbreuk te doen aan de beginselen die zijn gewaarborgd bij de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in samenhang gelezen met de bepalingen van het recht van de Europese Unie, in voorwaarden te voorzien met betrekking tot de minimale publiciteit wat betreft de aangeboden dienst, de normen inzake veiligheid en hygiëne, de scholing van het personeel en het bestaan van een huishoudelijk reglement dat de naleving van de fundamentele rechten van de bewoners verzekert.
Le législateur a pu, en effet, prévoir, sans porter atteinte aux principes garantis par les articles 10 et 11 de la Constitution lus en combinaison avec les dispositions du droit de l'Union européenne, des conditions relatives à la publicité minimale quant au service offert, aux normes de sécurité et d'hygiène, à la qualification du personnel et à la présence d'un règlement d'ordre intérieur assurant le respect des droits fondamentaux des résidents.