5.3. Aan de motivering voor de overgangsperiode lijkt daarom de gedachte ten grondslag te liggen dat een maximale wekelijkse arbeidstijd en een verbod op nachtarbeid, zelfs met de door de richtlijn toegelaten speelruimte, de arbeids- of scholingskansen van jongeren, die geen gevaar opleverden voor de gezondheid, nadelig zouden beïnvloeden en/of verminderen.
5.3. La justification de la période de transition semble donc être que le plafonnement de l'horaire hebdomadaire de travail et l'interdiction du travail de nuit, même avec la flexibilité permise par la directive, perturberaient et/ou réduiraient des possibilités d'emploi ou de formation des jeunes ne constituant pas de risque réel pour la santé ou la sécurité.