Art. 19. § 1. Voor iedere aanstelling in de hoedanigheid van tijdelijk personeelslid, in een ambt waarvoor een vacature mogelijk is en waarvoor hij een bekwaamheidsbewijs bezit bedoeld in artikel 2, is prioritair en wordt opgenomen in een rangschikking, het personeelslid dat driehonderd zestig dagen dienst daadwerkelijk gepresteerd heeft in een ambt van de betrokken categorie als hoofdambt en gespreid over twee schooljaren of minstens twee dienstjaren en verworven tijdens de vijf jongste schooljaren of de vijf jongste dienstjaren.
Art. 19. § 1. Pour toute désignation en qualité de membre du personnel temporaire, dans une fonction où une vacance d'emploi est possible et pour laquelle il possède le titre de capacité prévu à l'article 2, est prioritaire et entre dans un classement, le membre du personnel qui peut faire valoir 360 jours de service effectivement accomplis dans une fonction de la catégorie en cause en fonction principale et répartis sur deux années scolaires ou deux exercices au moins et acquis au cours des cinq dernières années scolaires ou des cinq derniers exercices.