2. Het beroep bij de Raad van State heeft een schorsend karakter, gezien in dit geval de bestendige deputatie met volle rechtsmacht kennis neemt van het beroep als administratief rechtscollege in eerste aanleg en de Raad van State in hoger beroep (artikel 16, 1º, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973).
2. Le recours au Conseil d'État a un caractère suspensif, étant donné que la députation permanente connaît dans ce cas du recours comme juridiction administrative du premier degré et le Conseil d'État, en degré d'appel, au plein contentieux (article 16, 1º, des lois sur le Conseil d'État, coordonnées le 12 janvier 1973).