Men moet over de vaardigheden beschikken om mondeling en schriftelijk in uiteenlopende communicatieve situaties te communiceren en zijn communicatief gedrag te observeren en aan te passen aan de eisen van de situatie.
Les individus devraient avoir des aptitudes à communiquer, sous forme écrite ou orale, dans une diversité de situations et à surveiller et adapter leur communication en fonction du contexte.