Doordat de wetgever aan de verklaring van verschoonbaarheid het gevolg verbindt dat de gefailleerde o
nmogelijk door zijn schuldeisers kan worden vervolgd, wilde hij aan laatstgenoemde een « gunstmaatregel » toekennen die hem in staat stelt zijn activiteiten op een aangezuiverde basis te hervatten, en zulks niet alleen in zijn belang maar ook in het belang van
de schuldeisers of sommigen onder hen die er belang bij kunnen hebben dat hun schuldenaar zijn activiteiten op een dergelijke basis hervat (Parl. St ., Kamer, 1991-1992, nr. 631/
...[+++]1, p. 35).
En attachant à la déclaration d'excusabilité l'impossibilité pour le failli d'être poursuivi par ses créanciers, le législateur entendait octroyer à celui-ci une mesure « de faveur » lui permettant de reprendre ses activités sur une base assainie, et ceci non seulement dans son intérêt, mais aussi dans celui de ses créanciers ou de certains d'entre eux qui peuvent avoir intérêt à ce que leur débiteur reprenne ses activités sur une telle base (Doc. parl. , Chambre, 1991-1992, n 631/1, p. 35).