De secretaris-generaal van het ministerie of de leidend ambtenaar die bevoegd is voor het personeel van de instelling kan, na een met redenen omkleed advies van het comité te hebben ontvangen, een einde maken aan het ambt van een vertrouwenspersoon die niet past en een nieuwe voor de duur van het lopende mandaat aanwijzen.
Le secrétaire général du ministère ou le fonctionnaire compétent en matière de personnel de l'organisme peut, après avis motivé du comité, mettre fin aux fonctions d'une personne de confiance qui ne convient pas et en désigner une nouvelle pour la durée du mandat en cours.