13. merkt op dat het weliswaar tot de bevoegdheden van de lidstaten behoort
om beleid inzake de seksuele en reproductieve gezondheid en rechten te formuleren en ten uitvoer te leggen,
maar dat de EU wel degelijk beleidsbevoegdheid kan uitoefenen bij het formuleren van strategieën en initiatieven door hierin kwesties op te nemen met betrekking tot seksuele en reproductieve gezondheid en rechten op het vlak van volksgezondheid en non-discriminatie, en zich hard kan maken voor een betere tenuitvoerlegging en bewustmaking van wetgeving en
...[+++] beleid op het gebied van seksuele en reproductieve rechten, alsmede de uitwisseling van beste praktijken tussen de lidstaten kan bevorderen;
13. observe que même si les États membres sont compétents pour élaborer et mettre en œuvre des politiques relatives aux SDSG, l'Union européenne peut exercer sa compétence d'élaboration des stratégies et des initiatives intégrant les questions liées aux SDSG dans les domaines de la santé publique et de la non-discrimination, de façon à promouvoir une meilleure mise en œuvre des droits sexuels et génésiques et une meilleure sensibilisation à ceux-ci, et à encourager l'échange de bonnes pratiques entre les États membres;