Art. 22. Voor de toepassing van dit hoofdstuk wordt begrepen onder discriminatie, elke vorm van opzettelijke directe discriminatie, opzettelijke indirecte discriminatie, opdracht tot discrimineren, intimidatie of seksuele intimidatie op grond van een beschermd criterium of van het geslacht alsook de weigering tot het maken van redelijke aanpassingen voor een persoon met een handicap.
Art. 22. Pour l'application du présent chapitre, la discrimination s'entend de toute forme de discrimination directe intentionnelle, de discrimination indirecte intentionnelle, d'injonction de discriminer, de harcèlement ou de harcèlement sexuel, fondée sur un critère protégé ou sur le sexe, ainsi que du refus de mettre en place les aménagements raisonnables pour une personne handicapée.