De Vice-Eerste Minister onderstreepte dat het slachtoffer iets moest ondernemen om een gerechtelijk dossier te doen samenstellen dat de Commissie in staat stelt met kennis van zaken uitspraak te doen, en dat het er niet toe deed dat de burgerlijke partijstelling al dan niet tot gevolg heeft dat de vervolging tot resultaten leidt (Parl. St., Senaat, 1984-1985, nr. 1281/16, p. 17).
Le Vice-Premier ministre a souligné que la victime devait faire un acte positif afin que soit constitué un dossier judiciaire qui permettra à la Commission de statuer en connaissance de cause et qu'il importait peu que la constitution de partie civile ait pour conséquence que les poursuites aboutissent (Doc. Parl., Sénat, 1984-1985, n° 1281/16, p. 17).