Bij ministerieel besluit van 29 oktober 2004 mag het « Europees Opvangcentrum voor Uitheemse Dieren » vanaf 29 oktober 2004 gedurende één jaar wekelijks gemiddeld 1 000 kg dierlijke onderproducten van de categorieën 2 en 3, zoals omschreven in de artikel 5, § 1, in slachthuizen opnemen -- voorzover ze niet afkomstig zijn van dieren geslacht vanwege de aanwezigheid of een vermoeden van een aan mensen en/of dieren overdraagbare ziekte - en in artikel 6, § 1, a) tot j) van verordening 1774/2002 van het Europees Parlement en de Raad van 3 oktober 2002.
Un arrêté ministériel du 29 octobre 2004 autorise, pour une durée d'un an prenant cours le 29 octobre 2004, le Centre d'Accueil européen pour Animaux sauvages à prélever auprès des abattoirs une quantité hebdomadaire moyenne équivalente à 1000 kg de sous-produits animaux de catégories 2 et 3, tels que définis aux articles 5, § 1 - à condition qu'ils ne proviennent pas d'animaux abattus en raison de la présence ou d'une suspicion de maladie transmissible aux êtres humains et/ou animaux - et 6, § 1, points a) à j) du règlement 1774/2002 du Parlement européen et du Conseil du 3 octobre 2002.