De slachtoffers van mensenhandel die vanwege de minister van Binnenlandse Zaken de toelating krijgen tijdelijk legaal op het Belgisch grondgebied te verblijven, hebben recht op een tegemoetkoming die gelijk is aan het bestaansminimum, levensminimum genaamd.
Les victimes de la traite des êtres humains qui obtiennent du ministre de l'Intérieur l'autorisation de séjourner temporairement légalement sur le territoire belge ont droit à une allocation égale au minimum de moyens d'existence, appelée minimum vital.