Op die manier zijn de eerste 16 354,13 (2) euro van het inkomen van de persoon die een huishouden vormt met de persoon met een handicap die tot de categorieën 3, 4 en 5 behoort, vrijgesteld. Daartegenover staat dat slechts de eerste 1 500,00 (3) euro zijn vrijgesteld voor partners van personen met een handicap van de categorieën 1 en 2.
Ainsi, les 16 354,13 (2) premiers euros du revenu de la personne qui forme un ménage avec la personne handicapée appartenant aux catégories 3, 4 et 5 sont immunisés contre seulement les 1 500,00 (3) premiers pour les partenaires des personnes handicapées des catégories 1 ou 2.