24. vraagt de Commissie bijzondere aandacht te besteden aan de situatie van uit Noord-Afrikaanse landen afkomstige onbegeleide meisjes; merkt op dat als gevolg van de gebeurtenissen na de Arabische lente sommige lidstaten in Zuid-Europa met een aanzienlijke toestroom worden geconfronteerd en van de EU de nodige steun moeten krijgen om deze situatie naar behoren het hoofd te kunnen bieden;
24. demande à la Commission de porter une attention particulière à la situation des mineures non accompagnées venues des pays d'Afrique du Nord; relève en effet que les États membres du sud de l'Europe se trouvent confrontés, à la suite des événements du printemps arabe, à des afflux migratoires considérables, et doivent donc obtenir de l'Union le soutien nécessaire pour faire face à cette situation de manière adéquate;