Art. 3. Wanneer het gaat om levende dierlijke specimens van Bijlage I moet de persoon die beschikt over een afwijking overeenkomstig artikel 2, 1°, 2°, 3°, 4°, 6°, 10° of 11° elke wijziging van de inventaris door geboorte, sterfte, ontsnapping of soortgelijke omstandigheden binnen de acht dagen melden aan de Dienst.
Art. 3. Lorsqu'il s'agit de spécimens d'animaux vivants de l'Annexe I, le bénéficiaire d'une dérogation accordée conformément à l'article 2, 1°, 2°, 3°, 4°, 6°, 10° ou 11° doit communiquer au Service dans les huit jours, toute modification de l'inventaire par naissance, mortalité, évasion ou circonstances similaires.