69. beseft dat de radicalisering en werving van personen door terroristische netwerken een wereldwijd fenomeen is; is van mening dat op dit fenomeen internationaal gereageerd moet worden en niet alleen lokaal of Europees; acht het daarom noodzakelijk nauwer met derde landen samen te werken om de netwerken voor de werving van strijders bloot te leggen en de beveiliging aan de grenzen van de betrokken landen op te voeren; herhaalt ook dat de samenwerking met belangrijke partnerlanden die voor soortgelijke uitdagingen staan moet worden geïntensiveerd via diplomatie, politieke dialoog en samenwerking op inlichtingengebied;
69. reconnaît que la radicalisation et le recrutement d'individus par des réseaux terroristes constituent un phénomène global; considère que la réponse à ce phénomène ne doit donc pas être uniquement locale ou européenne, mais internationale; estime donc nécessaire de renforcer la coopération avec les pays tiers pour détecter les réseaux de recrutement et renforcer la sécurité aux frontières des pays concernés; rappelle également que la coopération avec les partenaires clés qui font face à des défis similaires doit être intensifiée à travers la diplomatie, le dialogue politique et la coopération entre les services de renseignement;