1. a) Indien de voorgedragen kandidaat voor het ambt van burgemeester nog niet werd benoemd en beëdigd, dient artikel 23 van de wet van 7 december 1998 dan in die zin begrepen te worden dat de zetelende burgemeester op grond van artikel 4 van de nieuwe gemeentewet het mandaat van lid van het politiecollege dient op te nemen als zijnde beëdigd tot zolang de nieuw voorgedragen burgemeester nog niet beëdigd werd? b) Met andere woorden gaat de algemene nieuwe gemeentewet in deze voor op de speciale wet van 7 december 1998 (a contrario van het adagium «lex specialis generalibus derogat»)?
1. a) Si le candidat présenté au poste de bourgmestre n'a pas encore été nommé et n'a pas encore prêté serment, l'article 23 de la loi du 7 décembre 1998 doit-il être interprété en ce sens que le bourgmestre en fonction doit, en vertu de l'article 4 de la nouvelle loi communale, exercer le mandat de membre du collège de police comme s'il avait prêté serment jusqu'à ce que le nouveau bourgmestre dont la candidature a été présentée ait lui-même prêté serment? b) Autrement dit, la nouvelle loi communale générale prime-t-elle en l'espèce la loi spéciale du 7 décembre 1998 (à l'encontre de l'adage «lex specialis generalibus derogat»)?