1. In afwijking van artikel 5, onder b), mag het niet-commerciële verkeer van niet tegen rabiës gevaccineerde gezelschapsdieren van de in deel A van bijlage I vermelde soorten worden toegestaan tussen lidstaten of delen daarvan die vrij van rabiës zijn, mits zij aan specifieke voorwaarden voldoen.
1. Par dérogation à l’article 5, point b), il est permis d’autoriser les mouvements non commerciaux d’animaux de compagnie vaccinés contre la rage des espèces répertoriées à l’annexe I, partie A, entre des États membres ou parties d’États membres indemnes de la rage, sous réserve, qu’ils satisfassent à des conditions particulières.