Volgens de verzoekende partijen is het koninklijk besluit van 8 augustus 1997 aangenomen met schending van de wetsbepalingen betreffende de raadpleging van de Raad van State, vermits de spoedbehandeling werd aangevoerd terwijl dat niet kon, aangezien het ging om een koninklijk besluit tot wijziging van een wet, en terwijl de spoedbehandeling door de feiten wordt tegengesproken.
Selon les requérants, l'arrêté royal du 8 août 1997 a été adopté en méconnaissance des dispositions législatives relatives à la consultation du Conseil d'Etat, l'urgence ayant été invoquée alors qu'elle ne pouvait pas l'être, s'agissant d'un arrêté royal modifiant une loi, et alors qu'elle est contredite par les faits.