Uit wat voorafgaat blijkt dat, in het door het geachte lid beoogde geval, een lokale sportvereniging die de rechtsvorm heeft aangenomen van een vereniging zonder winstoogmerk voor de handelingen die zij verricht waarvoor de vrijstelling bedoeld in artikel 44, § 2, 3° voormeld, van toepassing is, geen enkel recht op aftrek kan uitoefenen met betrekking tot de BTW geheven van de kosten die betrekking hebben op deze vrijgestelde activiteit (vb. sportinfrastructuur, onderhoud terreinen, sportmateriaal, enz.).
Dans le cas visé par l'honorable membre, il résulte de ce qui précède qu'une association sportive locale, qui a pris la forme juridique de l'association sans but lucratif pour effectuer des opérations exemptées par l'article 44, § 2, 3° précité, ne peut exercer aucun droit à déduction de la TVA grevant les frais relatifs à cette activité exemptée (par exemple : infrastructure sportive, entretien des terrains, matériel sportif, etc.).