1. De ECB beoordeelt op verzoek van een NBA of er al dan niet noodzaak bestaat om rechtstreeks toezicht uit te oefenen op basis van de GTM-verordening op een minder belangrijke onder toezicht staande entiteit of minder belangrijke onder toezicht staande groep teneinde de consistente toepassing van hoge toezichtstandaarden te garanderen.
1. La BCE peut, à la demande d’une autorité compétente nationale, déterminer s’il est nécessaire ou non d’exercer une surveillance prudentielle directe conformément aux dispositions du règlement MSU à l’égard d’une entité moins importante soumise à la surveillance prudentielle ou d’un groupe moins important soumis à la surveillance prudentielle afin de garantir l’application cohérente de normes de surveillance prudentielle de niveau élevé.