2. Indien een Verdragsluitende Staat, die uitlevering afhankelijk stelt van het bestaan van een verdrag, een verzoek om uitlevering ontvangt van een andere Verdragsluitende Staat waarmee hij geen uitleveringsverdrag heeft gesloten, kan de aangezochte Verdragsluitende Staat, indien hij dit verkiest, dit Verdrag beschouwen als een juridische grondslag voor uitlevering wegens de in artikel 2 bedoelde misdrijven.
2. Lorsqu'un État Partie qui subordonne l'extradition à l'existence d'un traité est saisi d'une demande d'extradition par un autre État Partie avec lequel il n'est pas lié par un traité d'extradition, l'État Partie requis a la latitude de considérer la présente Convention comme constituant la base juridique de l'extradition en ce qui concerne les infractions prévues à l'article 2.