6. Indien een vennootschap die inwoner is van een ov
ereenkomstsluitende Staat in de andere overeenkomstsluitende Staat een vaste inrichting heeft, mag, niettegenstaande de bepalingen van paragraaf 5, de winst van de vaste inrichting na aftr
ek van de belasting geheven overeenkomstig de bepalingen van artikel 7, in die andere Staat, overeenkomstig haar wetgeving, worden onderworpen aan een aanvullende
belasting op inkomsten die worden geacht
te zijn uitgekeerd, ...[+++]maar de aldus geheven belasting mag niet hoger zijn dan 10 percent van de aldus verminderde winst.
6. Nonobstant les dispositions du paragraphe 5, lorsqu'une société qui est un résident d'un Etat contractant a un établissement stable dans l'autre Etat contractant, cet autre Etat peut soumettre, conformément à sa législation, les bénéfices de l'établissement stable, après déduction de l'impôt qui peut être perçu sur ces bénéfices en vertu des dispositions de l'article 7, à un impôt additionnel sur les revenus présumés distribués, mais l'impôt ainsi établi ne peut excéder 10 pour cent des bénéfices ainsi réduits.