10° beschikken over een procedure die de organisatie in staat stelt uitgegraven bodem te traceren, met inbegrip van het traceren van uitgegraven bodem via een niet-erkende tussentijdse opslagplaats of een niet-erkend grondreinigingscentrum;
10° disposer d'une procédure permettant à l'organisation de tracer les terres excavées, y compris le traçage de terres excavées via un dépôt provisoire non agréé ou un centre de nettoyage des terres non agréé;