(4) Indien geen van de in lid (1), (2) en (3) genoemde documenten, elementen of gegevens kan worden voorgelegd, doch er naar de mening van de verzoekende Partij een vermoeden bestaat met betrekking tot de nationaliteit of het staatsburgerschap van de terug te nemen persoon, dan treffen de bevoegde autoriteiten van de aangezochte Partij de vereiste maatregelen om de nationaliteit of het staatsburgerschap van de betrokkene vast te stellen.
(4) Si aucun des documents, éléments ou données visés aux paragraphes (1), (2) et (3) ne peut être présenté, mais si de l'avis de la Partie requérante il existe une présomption sur la nationalité ou la citoyenneté de la personne à reprendre, les autorités compétentes de la Partie requise prennent les mesures nécessaires pour déterminer la nationalité ou la citoyenneté de la personne concernée.