In afwijking van het vorige lid wordt de minimumleeftijd van 58 jaar vervangen door 54 jaar of 56 jaar voor de personeelsleden respectievelijk bedoeld in het tweede lid, 1° of 2°, voor wat betreft de inaanmerkingneming van diensten en perioden waarvoor het aandeel in de last van het enig rustpensioen wordt gedragen door de Staatskas, door N.M.B.S.
Par dérogation à l'alinéa qui précède, l'âge minimum de 58 ans est remplacé par 54 ans ou 56 ans pour les membres du personnel visés respectivement à l'alinéa 2, 1° ou 2°, pour ce qui concerne la prise en considération de services et périodes pour lesquels la quote-part dans la charge de la pension unique est supportée par le Trésor public, par la S.N.C.B.