Wat de samenstelling van het College betreft, vraagt de OBFG zich alleen af waarom het voorzitterschap aan een Staatsraad wordt toevertrouwd, en niet aan een lid van de zittende magistratuur.
Quant à la composition du Collège, la seule question qui se pose est la justification du choix d'un conseiller d'État pour le présider, au lieu d'un haut magistrat du siège.