Dit gemiddelde is echter opgebouwd uit zeer uiteenlopende percentages: in de noordelijke, de Baltische, de Midden- en de Oost-Europese lidstaten is tussen de 14 % en 56 % van de warmte afkomstig van stadsverwarming[20]. Hiervan maken in deze lidstaten tussen de 10 % en bijna de helft van de binnenlandse consumenten gebruik[21]. Gemiddeld 44 % van de stadsverwarming is gasgestookt, maar dit percentage kan tot 80 % bedragen in landen met een uitgebreid stadsverwarmingsnet, zoals Letland, Litouwen, Slowakije, Bulgarije en Hongarije.
Cette moyenne recouvre toutefois de grandes différences étant donné que dans les États membres du Nord, de la Baltique et d'Europe centrale et orientale, le chauffage urbain fournit entre 14 et 56 % de la chaleur[20] délivrée pour 10 à près de 50 % des consommateurs nationaux[21]. En moyenne, 44 % du chauffage urbain fonctionne au gaz, mais ce pourcentage atteint 80 % dans les pays où le chauffage urbain est bien implanté, comme la Lettonie, la Lituanie, la Slovaquie, la Bulgarie et la Hongrie.
