In het verleden maakten de lidstaten gebruik van het Verdrag aangaande de wederzijdse rechtshulp in strafzaken van de Raad van Europa om informatie uit te wisselen over veroordelingen van hun onderdanen, maar dit systeem bleek niet efficiënt te werken[45]. De Ra
ad zette een eerste stap op weg naar verbetering met de goedkeuring van Besluit 2005/876/JBZ van de Raad, dat de lidstaten verplichtte een centrale autoriteit aan te wijzen die regelmatig gegevens over veroordelingen
van niet-onderdanen moest verstrekken aan de lidstaat of lids
...[+++]taten waarvan de betrokkene de nationaliteit had[46]. Dit instrument bood de lidstaten ook voor het eerst de mogelijkheid om, volgens de voorwaarden van het nationale recht, gegevens te verkrijgen over eerdere veroordelingen van hun onderdanen in andere lidstaten.
Par le passé, les États membres se fondaient sur la convention du Conseil de l’Europe d'entraide judiciaire en matière pénale afin d’échanger des informations relatives aux condamnations de leurs ressortissants, mais ce système s’est avéré inefficace[45]. Le Conseil a effectué un premier pas sur la voie de la réforme en adoptant la décision 2005/876/JAI du Conseil, qui obligeait chaque État membre à mettre en place une autorité centrale qui transmettrait, à intervalles réguliers, aux autres États membres les condamnations prononcées à l’égard des ressortissants de ces autres États membres[46].