De Raad van State heeft opgemerkt dat « de wetgever aan de Duitstalige Gemeenschap niet de bevoegdheid kan opdragen om bij decreet bepalingen uit te vaardigen
tot regeling van de controle op de verkiezingsuitgaven met betrekking tot de verkiezing van de Raad van de Duitstalige Gemeenschap, en van de controle op de regeringsmededelingen van de leden van haar regering.Ten eerste maakt zulk een bevoegdheid geen deel uit van die welke bij artikel 130, § 1, van de Grondwet aan de Raad van de Duitstalige Gemeenschap wordt opgedr
agen, en t ...[+++]en tweede beschikt de Raad niet over de constitutieve autonomie die de bijzondere wetgever krachtens de artikelen 118, § 2, en 123, § 2, van de Grondwet aan de Franse Gemeenschapsraad, aan de Waalse Gewestraad en aan de Vlaamse Gemeenschapsraad kan toekennen ». Le Conseil d'État a fait observer que « le législateur ne peut habiliter la Communauté germanophone à r
égler par décret le contrôle des dépenses électorales relatives à l'élection de son conseil et le contrôle des communications gouvernementales des membres de son gouvernement. D'une part, une telle compétence ne fait en effet pas partie de celle que l'article 130, § 1 , de la Constitution attribue au Conseil de la Communauté germanophone, et, d'autre part, ce dernier ne dispose pas de l'autonomie constitutive que les articles 118, § 2, et 123, § 2, de la Constitution permettent au législateur spécial de reconnaître au Conseil de la Comm
...[+++]unauté française, au Conseil de la Région wallonne et au Conseil de la Communauté flamande ».