Alhoewel de afdeling wetgeving van de Raad van State heeft gesteld dat de keuze van het criterium van de vrijheidsbeneming als beslissend criterium voor het genot van het recht op de bijstand van een advocaat tijdens het verhoor « voor kritiek vatbaar » was (Parl. St., Kamer, 2010-2011, DOC 53-1279/002, p. 11), heeft zij daarentegen aanvaard wat volgt :
Si la section de législation du Conseil d'Etat a estimé que le choix du critère de la privation de liberté comme critère décisif du bénéfice du droit à l'assistance d'un avocat au cours de l'audition était « critiquable » (Doc. parl., Chambre, 2010-2011, DOC 53-1279/002, p. 11), elle a cependant admis :