De Raad van State heeft de exceptie van onontvankelijkheid verworpen die door de stad Charleroi was afgeleid uit het feit dat de constructieve motie van wantrouwen geen akte vatbaar voor beroep zou zijn, omdat zij een handeling is die door een administratieve overheid is gesteld, bestemd om rechtsgevolgen te hebben en griefhoudend is.
Il a rejeté l'exception d'irrecevabilité déduite, par la ville de Charleroi, de ce que la motion de méfiance constructive ne serait pas un acte susceptible de recours, au motif qu'elle apparaissait comme un acte accompli par une autorité administrative, destiné à produire des effets et faisant grief.