De Ministerraad verantwoordt met name de verschillen in behandeling waarop de Raad van State wijst, door te steunen op de soortgelijke aard tussen, enerzijds, de aandelen van een erkende coöperatieve vennootschap en, anderzijds, de bankdeposito's - waarvoor de richtlijn 94/19/EG van het Europees Parlement en de Raad van 30 mei 1994 inzake de depositogarantiestelsels de lidstaten ertoe verplicht te voorzien in een waarborgregeling - en, daaruit voortvloeiend, op het verschil in aard tussen de aandelen van een erkende coöperatieve vennootschap en de investeringen waarmee de Raad van State die vergelijkt.
Le Conseil des ministres justifie notamment les différences de traitement mises en évidence par le Conseil d'Etat en se fondant sur la nature similaire entre les parts d'une société coopérative agréée, d'une part, et les dépôts bancaires, d'autre part, pour lesquels la directive 94/19/CE du Parlement européen et du Conseil du 30 mai 1994 relative aux systèmes de garantie des dépôts impose aux Etats membres de prévoir un système de garantie et, corrélativement, sur la différence de nature entre les parts d'une société coopérative agréée et les investissements auxquels le Conseil d'Etat les compare.