Daarbij vraagt de Raad van State zich af « of het niet wenselijk zou zijn de ontworpen bepalingen in het statuut van de ambtenaren van de diensten van de Regering op te nemen, en die bepalingen, mits de nodige aanpassingen, vervolgens toepasselijk te maken, enerzijds, op de statutaire personeelsleden en de stagiairs van de instellingen van openbaar nut bedoeld bij dit ontwerp van besluit, en, anderzijds, op de contractuele personeelsleden van de diensten van de Regering en van die instellingen van openbaar nut.
A cet égard, le Conseil d'Etat « se demande s'il ne serait pas préférable d'intégrer les dispositions en projet dans le statut des agents des services du Gouvernement et de rendre ensuite ces dispositions applicables moyennant les adaptations nécessaires, d'une part au membres du personnel statutaires et aux stagiaires des organismes d'intérêt public (O.I. P) visés par le projet d'arrêté, et, d'autre part, aux membres du personnel contractuels des services du Gouvernement et de ces O.I. P (..).