Uit de parlementaire voorbereiding blijkt dat de wetgever beoogde de neutraliteit tussen de fiscale stelsels die van toepassing zijn op enerzijds GVV's en anderzijds vastgoedbevaks, te verzekeren, hetgeen betekent dat de wetgever een neutrale fiscale houding inzake de roerende voorheffing ten opzichte van de uitgekeerde dividenden, ongeacht de statutaire doelstellingen, de toegelaten activiteiten of meer algemeen het commercieel statuut van de betrokken vastgoedvennootschappen, blijkt aan te nemen.
Il ressort des travaux préparatoires que le législateur entendait assurer la neutralité entre les régimes fiscaux applicables aux SIR, d'une part, et aux SICAF immobilières, d'autre part, ce qui signifie que le législateur entendait adopter une position de neutralité fiscale en matière de précompte mobilier à l'égard des dividendes distribués, quels que soient l'objet statutaire, l'activité autorisée ou, de manière plus générale, le statut commercial des sociétés immobilières concernées.