17. is verontrust over de steeds grotere verbreiding van de praktijken van gebonden hulp; spoort de ontwikkelde landen en de grote opkomende landen ertoe aan geen beroep op dergelijke praktijken te doen en veeleer ernaar te streven gebruik te maken van de regionale en plaatselijke hulpbronnen, met inbegrip van het menselijk potentieel, in het kader van hun projecten voor economische ontwikkeling middels handel en investeringen;
17. s'inquiète de la multiplication des pratiques d'aide liée; exhorte les pays développés et les grands pays émergents à ne pas recourir à cette pratique et à s'efforcer, au contraire, de faire appel aux ressources régionales et locales, y compris le capital humain, dans le cadre de leurs projets de développement économique via le commerce et l'investissement;