De vrees dat een van de gewesten steeds meer infrastructuur met eigen middelen zou financieren, is dus ongegrond aangezien deze investeringen beperkt zijn zowel naar de aard (burgerlijke bouwkunde) als naar het bedrag.
La crainte de voir une des régions financer toujours plus d'infrastructure sur son budget n'a dès lors pas beaucoup de sens puisque ces investissements sont limités tant par rapport à leur nature (génie civil) que par rapport à leur montant.