Afdeling 2. - Termijn om zich in regel te stellen Art. 19. Indien de ambtenaren belast met het toezicht vaststellen dat een erkend organisme niet meer voldoet aan één van de voorwaarden van artikel 4 en 5 of zich niet houdt aan één van de verplichtingen die voortvloeien uit artikel 8, 9 en 10, stellen zij een termijn vast die niet langer dan 3 maanden mag zijn binnen dewelke het erkend organismealsnog zijn verplichtingen moet nakomen.
Section 2. - Délai pour se mettre en règle Art. 19. Si les fonctionnaires chargés de la surveillance constatent qu'un organisme agréé ne remplit plus les conditions des articles 4 et 5 ou ne respecte pas les obligations résultant des dispositions des articles 8, 9 et 10, ils peuvent fixer un délai qui ne peut pas dépasser 3 mois, dans lequel l'organisme agréé doit se mettre en règle.