Indien het, in uitzonderlijke gevallen, het openbaar ministerie onmogelijk is de in § 3 bedoelde termijn van zestig dagen na te leven, stelt hij de beslissingsstaat hiervan onverwijld in kennis, met opgave van de redenen voor de vertraging en van de tijd die deze nog voor het nemen van een definitieve beslissing nodig zal hebben.
Si, dans des cas exceptionnels, le ministère public n'est pas en mesure de respecter le délai de soixante jours prévu au § 3, il en informe sans délai l'Etat d'émission en indiquant les raisons du retard et le temps qu'il estime nécessaire pour rendre la décision finale.